Welkom bij
De Oude Abdij van Kortenberg heeft een rijke en gevarieerde geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen. Gesticht als een benedictijnenabdij in de 12e eeuw, heeft de abdij door de eeuwen heen vele veranderingen ondergaan. Onder het beschermheerschap van lokale adellijke families bloeide de abdij op tot een centrum van spirituele devotie, landbouw en intellectuele activiteit. Gedurende haar lange geschiedenis heeft de abdij talloze uitdagingen doorstaan, waaronder oorlogen, politieke omwentelingen en economische veranderingen.
De naam van de abdij is ook onlosmakelijk verbonden met het bekende Charter van Kortenberg van 1312. Het Charter van Kortenberg, uitgevaardigd in 1312, is een historisch document dat nauw verbonden is met de Oude Abdij van Kortenberg. Het charter was bedoeld om de rechten van de steden in het hertogdom te beschermen tegen de toenemende centralisatie van de macht. Het bevestigde onder andere de vrijheden en privileges van de stad Leuven, maar ook die van andere steden in het hertogdom, waaronder Kortenberg.
Dit document markeerde een belangrijke stap in de richting van meer autonomie en zelfbestuur voor steden. Het Charter van Kortenberg staat daarom symbool voor de strijd van lokale gemeenschappen voor hun rechten en vrijheden tegenover de centrale autoriteit.
Tijdens de Franse Revolutie werd de abdij opgeheven en diende ze verschillende niet-religieuze doeleinden, waaronder zelfs een melkerij. Na verloop van tijd kwam de abdij echter terug tot haar spirituele roots en werd ze gerestaureerd tot haar voormalige glorie.
Ondanks al deze veranderingen is haar kern als spiritueel toevluchtsoord altijd behouden gebleven de Oude Abdij van Kortenberg heeft altijd standvastig gestaan als een symbool van rust en gemeenschapsgezindheid.
Vanuit die optiek is Bar Bruis ook een samenwerking aangegaan met de vzw die al vele jaren zorg draagt voor het beheer van de Oude Abdij van Kortenberg. Niet dat wij zo rustig zijn, integendeel, wij bruisen van energie!
Maar dus wordt er door deze samenwerking wederom nieuw leven in de abdij geblazen! Als Bar Bruis proberen wij de oude ziel van de abdij samen te laten smelten met huiselijke gastvrijheid. Het is een eerbetoon aan het verleden, terwijl het tegelijkertijd een levendige ontmoetingsplek wordt voor mensen van alle achtergronden en overtuigingen.
Wij nodigen je uit om de rijke geschiedenis van deze betoverende plek te komen ontdekken en te genieten van de unieke sfeer die alleen de Oude Abdij van Kortenberg kan bieden.
De abdij speelde een belangrijke rol in de verdere ontwikkeling van de regio. Ingevolge haar strategische ligging nabij het kruispunt van de oude baan Leuven-Brussel en de zogenaamde Waalse Baan, een belangrijke noord-zuid gerichte verbindingsweg, kreeg de abdij ook op politiek vlak een belangrijke rol toebedeeld.
Menige belangrijke politieke vergaderingen hebben binnen haar muren plaats. Abdis Elisabeth van Winenghem stelde de abdij ter beschikking als vergaderplaats voor de beroemde “Raad van Kortenberg”. De Raad vergaderde er om de drie weken. Hij bestond uit veertien leden: nl. vier ridders en tien afgevaardigden van de steden (drie van Leuven, drie van Brussel, één van Antwerpen, één van ‘s Hertogenbosch, één van Tienen en één van Zoutleeuw).
Op 27 september 1312 werd er het beroemde ‘Charter van Kortenberg’ ondertekend, waarin Hertog Jan Il de rechten van adel en burgerij erkende en waarborgde.
Dit charter hield drie voorrechten in:
Het financieel voorrecht betekent dat de hertog geen andere beden of belastingen kan vragen dan deze die bekend waren als de drie feodale gevallen nl. bij de ridderslag van de oudste zoon, bij het huwelijk van de oudste dochter en bij de gevangenneming van de hertog. Volgens dit charter moeten de belastingen redelijk zijn.
Het rechterlijk voorrecht betekent dat de hertog een eerlijke rechtspraak moet uitoefenen over arm en rijk.
Bij het stedelijk voorrecht erkent de hertog de vrijheden van de steden van hertogdom.
Het Parlament of De Raad van Cortenberch of De Heeren van Cortenberch is de voorloper van de latere standenvertegenwoordiging.
Vanaf 1332 wordt de Raad aangevuld met twee leden, zodat men tot 16 Heeren kwam. (Antwerpen krijgt een lid bij en heeft er dus twee; de Waals-Brabantse stad Nijvel krijgt even eens een lid bij).
In de 156 en 166 eeuw wordt Kortenberg zwaar geteisterd door oorlogen. Op het einde van de 15e eeuw zijn het de legers van Maximiliaan van Oostenrijk, die de dorpen en steden plunderen omdat deze belastingen weigerden te betalen aan de vorst.
De 168 eeuw is de tijd van de godsdienstoorlogen. In 1572 wordt de abdij grondig geplunderd door de troepen van Willem van Oranje. Het reliekschrijn van Columba verdwijnt bij de inval van de Calvinisten.
In juni 1584 steken plunderende soldaten van het Brusselse garnizoen de abdij in brand. De zusters vluchten eerst naar Keulen om zich daarna te vestigen te Leuven, waar ze onder de bescherming staan van de abt van Vlierbeek.
De·17e eeuw is de periode van de wederopbouw. Abdis Maria Blijleven restaureert de abdij tussen 1624 en 1663. Ze wordt hierin sterk aangemoedigd door de geestelijke en wereldlijke overheid.
In 1626 ontvangt ze in de Kortenbergse abdij de.aartshertogen Albrecht en Isabella en, in 1640, de Mechelse aartsbisschop Jacobus Boonen.
Tussen 1635 en 1640 wordt het grondplan van Sanderus opgemaakt. Het geeft een goed overzicht van wat de abdij op dat ogenblik moet geweest zijn.
De omheining is een ruim vierkant van 7 ha, omringd door een verdedigingsgordel van diepe watergrachten. De zuid- en oostkanten daarvan bestaan nu nog. Langs het huidige Minne veld bevindt zich de enige toégang tot de kloostergebouwen: een gewelfde gang met een zware eiken poort beslagen met ijzer en spijkers.
Het gebouwencomplex bestaat uit een kerk in gotische stijl, de kloostergang, de hoeve, de brouwerij, de bakkerij, een ziekenhuis, het huis van de toezichter. Verder zijn er de tuinen, de weiden en akkers om in de materiële noodwendigheden van de gemeenschap te voorzien.
Uit de 17de eeuw blijven bewaard: de ingangspoort met de eerste muur aan het Minneveld en gedeeltelijk een tweede muur nabij de huidige parking.
De slotregel, die door onafgebroken troebelen wel enigszins verslapt was geraakt, krijgt van dan af zijn oorspronkelijke strengheid terug.
Naast de liturgische diensten vervullen de kloosterzusters verschillende goede werken: zij geven kosteloos onderwijs in een jongens- en meisjesschool en verzorgen met veel toewijding de zieken van de parochie in het hospitaal.
De 18de eeuw is voor de abdij een periode van welvaart. In 1706-1709 leggen de Staten van Brabant de nieuwe steenweg van Brussel naar Leuven aan. Dit wordt de levensader van Kortenberg.
In 1778 wordt de nieuwe kerk van Kortenberg ingewijd. De abdij draagt de kosten van de bouw als tiendenheffer.
Het hoofdgebouw of het latere abdijkasteel wordt tussen 1779 en 1783 opgericht door abdis Beatrix de Villers in classicistische stijl. Beatrix de Villers is de 47ste en laatste abdis van Kortenberg. Haar geschilderd portret hangt in een salon van de abdij.
In die tijd is de abdis ook de wereldlijke vrouwe van Kortenberg. Ze benoemt de meier, de schepenen en de griffier. Met één woord het hele dorpsbestuur van Kortenberg.
Jozef Il, de Oostenrijkse keizer voert een nieuwe kerkpoli tiek en besluit alle contemplatieve orden af te schaffen. De abdij van Kortenberg blijft bestaan omdat zij op het einde van de 18de eeuw ook een onderwijsfunctie heeft. De zusters verstrekken onderwijs aan kinderen van eerbare families, van wie de ouders de studie niet kunnen betalen.
Met de aanhechting van de Oostenrijkse Nederlanden bij Frankrijk worden ook de Franse wetten van kracht. Kloosters worden afgeschaft. Hun onderwijstaak inroepend trachten de zusters aan de wet van 15 Fructidor, jaar 4 (1 september 1796) te ontsnappen.
Maar een besluit van 20 Brumaire, jaar 5 (10 november 1796) verklaart hun beroep ongegrond.
Drie inventarissen worden opgesteld: één met de onroerende goederen van de abdij, één met de zusters van de abdij en één met de inboedel van de abdij.
De abdij telt op dat ogenblik 25 religieuzen, 18 lekenzusters en één schoolmeesteres.
In 1797 wordt de abdijfunctie opgegeven. De religieuzen worden verspreid, keren naar hun familie terug of zoeken een ander onderkomen. Ze weigeren een financiële tegemoetkoming.
De publieke verkoop vindt plaats op 27 Ventôse, jaar 6 (17 maart 1798). De verkoop gaat door in twee loten. Het eerste lot wordt aangekocht door Cornelis Van den Burggraaff en het tweede door baron Maximilien van Grave. Deze laatste wordt de eigenaar van het abdijkasteel.
Hiermee verdwijnt een instelling, die gedurende zeven eeuwen een vooraanstaande rol speelde in het godsdienstig en politiek leven van onze gewesten.
Latere eigenaars zijn: baron d’Esbeeck van der Haeghen, de heer Jean Amand Matthieu en de heer Paul Salkin.
In de loop van deze periode worden aan de gebouwen heel wat veranderingen aangebracht, naargelang hun functie als woonhuis, buitenverblijf, melkerij, fabriek, gemeentehuis of gemeenteschool.
Enkele bewoners uit die tijd vragen onze aandacht:
Generaal Louis Vander Smissen (1788-1856), beroemd om zijn dapperheid in de slag van Waterlo (1815), werd door Koning Willem 1 (1772-1843) benoemd tot baron in 1818 en mocht achter zijn naam “de Cortenbergh” plaatsen. Ook na 1830 bleef hij een verwoed Orangist en organiseerde twee opstanden (één in 1831 en één in 1841) om de Nederlandse vorst terug op de troon te brengen.
Baron Albert d’Esbeeck van der Haeghen (1757-1829) was de laatste schout van Antwerpen en markgraaf van het land van Rijen. Hij kocht op 21 februari 1829 het abdijkasteel van de familie van Grave.
Emile Salkin (t1977) was een bekend kunstschilder en vriend van Paul Delvaux, de vader van het surrealisme in ons land. Ze maakten samen een reeks muurschilderingen voor Gilbert Périer.
Vermelden we tenslotte de heer Joseph Chantraine (1870- 1910), een ingenieur uit Namen, die gehuwd was met Marie Salkin. In 1907 ontving hij reeds een uitvindingsbrevet op de “aeromobile” met stuurknuppel. De proeven met de eerste mechanische vogel hadden plaats in het park van de abdij. De werkplaats van deze progressieve ingenieur, die in 1910 te Kortenberg overleed, was in het abdijkasteel gevestigd.
Ook het brevet van de eerste kogelpen stond op zijn naam. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat deze heren, wellicht onbewust, de politieke en culturele rol van de vroegere abdij hebben voortgezet.
In 1933 wordt het domein aangekocht door de heer Kanunnik Misonne (Turnhout 1892-1983) om er een retraitehuis van te maken. In dit domein, dat de laatste jaren fel verwaarloosd was, trekt de kanunnik de prachtige lanen van het huidige park. Hij herstelt ook de nog overblijvende gebouwen.
Het gelijkvloers wordt in twee zalen verdeeld; op de eerste en tweede verdieping worden slaapkamers ingericht. Samen met het terras laat hij de kapel bouwen, alsook de Ridder zaal met slaapkamers op de verdieping. Dit alles in het vooruit zicht de gebouwen aan te passen aan de eisen van een retraitehuis.
Het geheel wordt in september 1934 door Kardinaal Van Roey ingewijd en Kanunnik Misonne behartigt gedurende lange jaren het bestuur ervan.
In 1952 doet Kanunnik Misonne een beroep op de zusters van het Cenakel uit Brussel, die onder leiding van Zuster De Schepper, het beheer van het retraitehuis overnemen.
In 1960 wordt de abdij nog meer uitgebreid. Er komt een nieuwe kapel bij, een galerij om de nieuwe vleugel met de oude te verbinden en enkele kamers en bijgebouwen voor de zusters.
De abdij mag nog éénmaal het hoog bezoek van Kardinaal Van Roey ontvangen in 1960 voor de inwijding van het nieuwe gedeelte.
Kanunnik Misonne schenkt later de abdij als complex aan het aartsbisdom Mechelen-Brussel. Zelf blijft hij het “Veehof” bewonen tot in 1968.
De zusters van het Cenakel blijven het retraitehuis behOren tot in 1976. Als deze zusters hun eigen bezinningscentrum openen in Terhulpen moet naar opvolging worden uitgekeken. Beroep wordt dan gedaan op de Paters Redemptoristen, die, onder leiding van Pater Jan van Campenhout op 1 juni 1976, in akkoord met het bisdom, het beheer overnemen om het werk van de abdij als retraitehuis voort te zetten.
Öm aan de vereiste normen van een modern bezinningscentrum te voldoen worden een aantal veranderingen aange bracht.
De vroegere bid kapel van de zusters, naast het koor, wordt omgevormd tot een kleine conferentiezaal. (1977)
De grote kapel wordt herschapen in een stemmige gebedsruimte en voorzien van een nieuw orgel.
In hetzelfde jaar wordt een hoognodige lift geplaatst. Het voormalige “Veehof” wordt als jeugdverblijf ingericht voor catecheseweekends en vormingsdagen, onder de naam “Sjaloom”.
In juli 1978 worden de fundamenten gelegd van een nieuwe paterswoning, in overeenstemming met de stijl van de nabijgelegen kapel. Dit gebouw wordt voltooid einde 1979.
Inmiddels werd het “Veehof” volledig gerestaureerd en een ambitieus Masterplan opgesteld waarin de toekomstvisie op de abdij wordt weergegeven.
De abdij met bijhorende gronden werd door het aartsbisdom Mechelen-Brussel in 2006 in erfpacht gegeven aan de VZW OUDE ABDIJ KORTENBERG. Onze VZW beheert de gebouwen van de abdij en onmiddellijk aansluitende gronden. Het park werd in ondererfpacht gegeven aan de gemeente Kortenberg, die het onderhoud van het park verzorgt.
De bezoekers van de abdijsite waarderen ten zeerste deze oase van rust en vrede op amper enkele kilometers van de hoofdstad.
Zo werd uit het verleden het heden geboren. Op een nauwelijks verschillende wijze gaat de geschiedenis haar gang.